Maak verlengde pleegzorg mogelijk!
Minister Hugo de Jonge (VWS) liet in de media weten dat hij vindt dat pleegkinderen tot 21 jaar in hun pleeggezin zouden moeten kunnen blijven. Het is onder de Jeugdwet al mogelijk om (vrijwillige) jeugdhulp te verlengen tot een jongere uiterlijk 23 jaar is. Deze verlengde jeugdhulp wordt in de praktijk maar spaarzaam verleend. Terwijl juist kwetsbare jongeren in de jeugdzorg ook na hun 18e nog de nodige steun kunnen gebruiken. Uit cijfers van het CBS lijkt te blijken dat in Breda in 2015, 2016 en de eerste helft van 2017 wel enige verlengde jeugdzorg voor jongeren in leefgroepen is afgegeven, maar dat nooit verlengde pleegzorg (voor jongeren na hun 18e verjaardag) is toegekend. Omdat het CBS cijfers afrondt, ook om individuele herleidbaarheid bij kleine cijfers te voorkomen, zou het kunnen dat er toch een paar verlengingen bij pleegzorg hebben plaatsgevonden, maar dat zijn er dan zeer weinig geweest.
Gemeenten lijken de verlengde pleegzorg ook maar kort inzetten: enkele maanden of een half jaar, bijvoorbeeld om een jongere in de gelegenheid te stellen het eindexamen af te ronden op dezelfde school en vanuit het pleeggezin. Niet voor niets kent de Jeugdwet echter de ruimte om tot 23 jaar te verlengen. Minister De Jonge pleit er nu voor pleegzorg in principe tot het 21e jaar te verlengen (wat nu een ‘uitzondering’ is die aangevraagd moet worden, wordt dan de ‘regel’ waar alleen als het niet nodig is van afgeweken kan worden). Wij hebben vernomen dat de uitvoerders in de praktijk dit zeer wenselijk zouden vinden, omdat zij vaak zien dat jongeren – ook door het wegvallen van de financiering en dus vaak de juiste begeleiding – onvoldoende kunnen worden ondersteund.
Onze fractie heeft eerder al aangegeven dat wij een doorlopende hulpverleningslijn belangrijk vinden bij kwetsbare jongeren. Daarom stelt Sanne Bijlsma namens de PvdA Breda de volgende vragen:
1. Hoe vaak is in 2015, 2016 en 2017 (dus sinds de decentralisatie) verlengde jeugdhulp toegekend door de gemeente Breda?
2. Hoe veel gevallen daarvan (uit het antwoord op de vorige vraag) betreffen verlengde pleegzorg?
3. Kunt u grofweg aangeven hoeveel ‘korte’ (paar maanden, minder dan een jaar) en hoe veel ‘lange’ (meer dan een jaar) verlengingen het betrof?
4. Bent u met ons van mening dat het een goed idee is om het principe om te draaien: van ‘pleegzorg in principe tot 18 jaar met de mogelijkheid (waar dus moeite voor gedaan moet worden) om te verlengen met een indicatie’ naar ‘pleegzorg met meer maatwerkmogelijkheden tot 21 jaar met de mogelijkheid om te verkorten of te verlengen (bandbreedte 18 – 23 jaar)’?
5. Bent u bereid dit nu al (vooruitlopend op het beleid dat de minister maakt) aan te passen in het Bredase jeugdzorgbeleid en een voorstel hiertoe voor te leggen aan de raad?
6. Bent u het met de PvdA-fractie eens dat dit beleid dan niet alleen voor jongeren in de pleegzorg, maar voor alle jongeren met jeugdhulp aangepast zou moeten worden? En kan het college ons informeren over de mogelijke drempels die hier ondanks de eerdere inspanningen toch nog aan de orde zijn?