Arbeidsparticipatie van vrouwen in Breda
Geïnspireerd door het niet onomstreden voorstel van de SER om d.m.v. quota het aantal topvrouwen in het bedrijfsleven te vergroten, stelde Suzan Cornelissen in samenwerking met andere fracties in de gemeenteraad vragen over de huidige stand van zaken ten aanzien van de arbeidsparticipatie van vrouwen in Breda.
Afgelopen vrijdag kwam het nieuws naar buiten dat de Sociaal Economische Raad pleit voor een vrouwenquotum, binnen de top van beursgenoteerde bedrijven. Behalve dit quotum wil de SER de 5.000 grootste bedrijven in ons land verplichten om een plan op te stellen waarin zij duidelijk maken welke stappen zij zetten om meer vrouwen en mensen met een andere achtergrond in de
(sub)top te krijgen. Wat de SER betreft, gaat dit punt ook gelden voor de semipublieke sector. Sinds 2013 geldt in Nederland een wettelijk streefcijfer voor grote vennootschappen dat hun raden van bestuur en raden van commissarissen voor minimaal 30 procent bestaan uit vrouwen. Die getallen worden al jaren niet gehaald, en ook dit jaar blijven ze achter bij de doelstelling.
Radicale plannen om een trendbreuk te forceren.
Deze plannen gaan vooral over het bedrijfsleven en dan nog specifiek over de beursgenoteerde bedrijven en de 5.000 grootste bedrijven. Waarbij enkel wordt gesproken over topfuncties. Arbeidsemancipatie van vrouwen beslaat echter veel meer dan enkel topfuncties. Hoe staat het eigenlijk binnen gemeente Breda met de arbeidsemancipatie en welke rol ziet het college hierin voor zichzelf?
Daarom hebben wij de volgende vragen:
1 Welke informatie heeft u t.a.v. Bredase bedrijven op het gebied van de verhouding man/vrouw en kunt u aangeven in hoeverre deze bedrijven voldoen aan het wettelijk streefcijfer van 30% in de top van de organisatie?
2 Hoeveel (semi)publieke organisaties in Breda behalen op dit moment 30%, uitgesplitst naar de sectoren?
3 Hoe is de verhouding in midden- en topmanagement binnen de gemeentelijke organisatie? En hoe is deze verhouding in het gehele ambtelijke apparaat?
4 Welke rol ziet het college voor zichzelf in het bevorderen van de arbeidsparticipatie van vrouwen op alle niveaus? En welke activiteiten ontplooit zij hieromtrent?
Wij zien uw antwoorden graag tegemoet.
Op 28 oktober is het antwoord van het College toegevoegd