538: zoek de verbinding
Tijdens het debat op 20 april over het (afgelaste) 538 Oranjedag Fieldlab event verwoordde fractievoorzitter Arjen van Drunen het standpunt van de Bredase PvdA- fractie met deze tekst:
“Voorzitter, Breda was, is en blijft wat de PvdA fractie betreft een stad waar we kijken naar wat er wel kan in deze coronacrisis. Van begin af aan hebben we als raad die houding bepleit en heeft het college die grondhouding laten zien. Ik wil mijn collega-raadsleden vanavond dan ook vragen om allemaal vanuit hun fractie aan te geven, of ze die grondhouding nog steeds steunen. Mijn fractie staat daar nog pal achter. We moeten onszelf die grondhouding van “kijken naar wat er wel kan” niet afpakken. We willen niet terug in de tijd. En we willen al helemaal niet dat Breda een schone slaapster wordt.
Maar kijken wat er wel kan betekent niet, dat we eigenstandig doorduwen… Nee, integendeel. Bij een stad met de grondhouding “kijken wat er wel kan” horen checks-and-balances, om uiteindelijk te kunnen beoordelen, of je die grondhouding ook waar kan maken. Het advies van de politie en de regionale GGD waren uiteindelijk de belangrijkste checks-and-balances om te kunnen zeggen: “we doen het niet!”
Een teleurstelling voor de mensen met een kaartje, maar wel het enige logische besluit. De gezondheid en veiligheid van onze inwoners zijn immers ons hoogste goed.
We hebben ontzag voor het feit dat de burgemeester standvastig is, als het gaat om “kijken wat er wel kan”, maar tegelijkertijd buigzaam is, wanneer adviezen van de politie en de regionale GGD duidelijk laten zien, dat het beter is om het af te blazen. Zo’n beslissing nemen, ondanks adviezen van alle inwoners en organisaties, is eenzaam. Daar moeten we vanavond ook oog voor hebben.
Voorzitter, terugkijkend baalt mijn fractie vooral van de toegenomen kloof tussen mensen, die vinden dat het wel een onsje minder kan met de coronamaatregelen en de mensen, die zeggen pas nou op, want zo meteen laait het virus weer op. Die kloof is door 538-Oranjedag blootgelegd en ook versterkt. Na vanavond is dan ook de grootste opdracht om die kloof weer te gaan dichten. In een crisis kunnen we het niet gebruiken, dat de Bredase samenleving verdeeld is. Ik roep onze burgervader dan ook op, om de komende maanden extra in te zetten op verbinding. En ook als raad zullen we dat moeten doen. Breda heeft in deze crisis in een volksvertegenwoordiging nodig die handen in een slaat en alles doet wat nodig is om de crisis te bestrijden.
Als gemeente zijn we er niet alleen voor het toe- of afwijzen van vergunningen, maar ook voor verbindingen tussen onze inwoners. En voor de verbinding tussen sectoren: van de zorg tot de evenementenbranche en de horeca. Ook op onze raadsvragen over verbinding tussen groepen reageert u in de schriftelijke antwoorden louter en alleen als een vergunningverlener. Maar u hebt meerdere rollen. Die verbindende rol, het ‘Breda brengt het Samen’, was onderbelicht.
Voorzitter, het moet mij van het hart, dat de discussie over 538-Oranjedag de zoveelste bevestiging is van het jo-jo beleid van Den Haag. Eerst moet u er via een berucht lijstje achter komen dat 538 naar Breda komt. Afstemming was er minimaal. Dan horen we dagenlang niets van het kabinet en vroeg u afgelopen zondag aan de regering, of zij het experiment willen doorzetten. Staatssecretaris Keijzer gaf daarop bevestigend antwoord. En een dag later, als Breda haar verantwoordelijkheid heeft genomen, scharen ze zich achter ons. Fijn dat ze onze lijn dan delen, maar feit is dat zij zelf met een Fieldlab-programma komen, maar de grote verantwoordelijkheden die daar bij horen, ontlopen en doorschuiven naar de gemeente. Je zou meer verwachten van een Rijksoverheid. We horen graag, hoe de college daarnaar kijkt en op welke plekken zij dit gaan bespreken.
Tot slot, de informatievoorziening. Het college stuurde vorige week dinsdagavond halsoverkop een briefje van 4 alinea’s naar de raad. Vervolgens voerde het college en de raad, de discussie verder in de media. Naar de mening van mijn fractie had dat beter gekund. Ook gezien de bespreeknotitie van het CDA eerder op dat punt. Zo had ik me voor kunnen stellen dat we vooraf onder embargo – net zo als de horeca en het Ondernemersfonds – meegenomen zouden worden of als dat niet haalbaar was, vrij snel daarna achteraf een mondelinge toelichting. Het extra presidium van gisteren heeft mijn fractie dan ook als prettig ervaren.
Voorzitter, ons wachten twee belangrijke opgave:
1. De ingezette weg van kijken van wat er wel kan, doorzetten.
2. Verder inzetten op de verbinding in onze Bredase samenleving en in onze raad, zodat we hopelijk eensgezind de laatste loodjes van deze crisis overwinnen.
Tot zover, voorzitter”