Nieuwe voedselbank-klanten in beeld?
Met collega’s van CDA en GL stelde Ruud van Oirschot het college vragen over het groeiende aantal huishoudens dat aanklopt bij de voedselbank in Breda.
De crises waar Nederland mee kampt heeft impact op de inwoners van Breda. Mensen die het vorig jaar nog net wel redden, lukt het met deze energiecrisis niet meer. Dit geldt in toenemende mate voor leden van de middeninkomensgroep. Deze groep komt voor het eerst in aanraking met de Voedselbank. Onder hen zijn ook mensen die fulltime of soms zelfs meer dan fulltime moeten werken en vervolgens helaas nog niet zonder de ondersteuning van de Voedselbank rond kunnen komen.
Dit jaar is het aantal deelnemers bij de Voedselbank gestegen van 500 naar 700. De subsidie aan de Voedselbank is gelijk gebleven. Het college heeft in de brief ‘Besteding resterende armoedegelden 2022’ van 4 november jl aangegeven continu in gesprek te zijn met de Voedselbank in Breda.
CDA Breda, PvdA Breda en GroenLinks Breda hebben daarom de volgende vragen:
- Ziet het college ook dat de groep inwoners die het financieel moeilijker krijgt, groeit? En dat dat ook geldt voor mensen die (fulltime) werken en een inkomen hebben boven de grens van het armoedebeleid?
- Wat vindt het college ervan dat er een groeiende groep (werkende) inwoners is die afhankelijk wordt van de Voedselbank?
- Heeft de gemeente Breda zicht op verschillen tussen gemeenten in de financiering van de Voedselbank? Zo ja, wat vindt het college deze verschillen? Zo nee, hoe wordt de subsidie bepaald door de gemeente?
- Het college heeft in de brief van 4 november aangegeven dat bij acute nood hier flexibel op ingespeeld kan worden. Wat wordt hier precies mee bedoeld?
- Wat is er tot nu toe uit de gesprekken met de Voedselbank naar voren gekomen? En welke zorgelijke signalen heeft het college ontvangen van de Voedselbank?
- Heeft de Voedselbank kenbaar gemaakt wat hun verwachtingen zijn van het college? Zo ja, wat zijn deze?
Op 12 december zijn de antwoorden van het college toegevoegd.
